Back to Top

Behandeling kleine huisdieren en paarden

Het merendeel van de dieren die mijn praktijk bezoekt zijn honden en katten. Ook kleine zoogdieren als konijnen en knaagdieren zijn meer dan welkom. Hoewel ik daarnaast tevens paarden behandel, ben ik met name gespecialiseerd in de kleine huisdieren.

Voor deze kleine huisdieren ben ik een all round werkend dierenarts; van een mestonderzoek op wormen, tot een chirurgische ingreep kunnen ze bij mij terecht. En mocht het nodig zijn, dan schroom ik niet om door te verwijzen naar een gespecialiseerde kliniek.

Indien nodig en wenselijk, kan ik tevens aanvullende zorg bieden in de vorm van acupunctuur, fyto- en kruidentherapie en andere natuurlijke middelen, die uw dier kunnen ondersteunen in zijn of haar gezondheid.

Reguliere diergeneeskunde

  • Diagnostiek (echo)

  • Titerbepalingen

  • Vaccinaties

  • Algemene chirurgie

  • Dermatologie

  • Tand- en oogheelkunde

  • Fokkerijbegeleiding

Complementaire behandelingen

  • Acupunctuur

  • Fytotherapie

  • Kruidentherapie

  • Ondersteuning bij vaccinaties

  • Natuurlijk ontwormen

  • Voedingssupplementen

Mijn stokpaardjes…

Fokkerijbegeleiding, Algemene Chirurgie en Titeren.

Fokkerijbegeleiding

In mijn kliniek heb ik veel ervaring met vruchtbaarheidsbegeleiding  van zowel de teef als de reu. Bij de teef houd ik me bezig met hormoonbepalingen in het bloed, uitstrijkje van het vaginaslijmvlies, inseminatie, drachtigheidsdiagnostiek d.m.v. echoscopie en begeleiding bij de bevalling of keizersnede.

Bij de reu gaat het om afname van sperma en beoordeling van de spermakwaliteit.

Lees meer

Algemene chirurgie

Binnen de algemene chirurgie ben ik gespecialiseerd in zowel de sterilisatie via de middenlijn als de sterilisatie via de flank. Bij deze laatste ingreep worden de spieren niet doorgesneden, maar gesplitst. Dit is minder belastend voor het dier, waardoor het sneller herstelt.

Daarnaast zijn castratie, wondhechting en het verwijderen van bultjes en/of tumoren, ingrepen die ik met grote regelmaat uitvoer.

Lees meer

Titeren

Voor een aantal ziekten waar uw huisdier voor gevaccineerd wordt, is het mogelijk om de hoeveelheid antistoffen in het bloed te testen. De uitslag van deze test bepaalt of een vaccinatie wel of niet noodzakelijk is en geeft zekerheid of het dier beschermd is tegen bepaalde ziekten. Onnodig vaccineren wordt hiermee voorkomen.

Lees meer

Enkele ingrepen nader uitgelicht

Sterilisatie en castratie bij zowel de hond als de kat.



Sterilisatie van de teef

De loopsheid van de hond duurt bijna 3 weken. Hierbinnen valt de vruchtbare periode van ongeveer 10 dagen. De loopsheid komt meestal twee maal per jaar voor en treedt voor het eerst op tussen de leeftijd van 6 en 18 maanden. De uiterlijke kenmerken zijn:

  • de vulva zwelt op en kan een duidelijk rode kleur hebben

  • reuen gaan de teef aantrekkelijker vinden

  • kort na het begin van de loopsheid begint de teef bloed te verliezen uit de vulva en dit kan gedurende de gehele loopsheid doorgaan.

Als u een teefje heeft, is het verstandig om er goed over na te denken of u haar wilt laten steriliseren. Indien u dit wenst is mijn advies om dit twee maanden na het einde van de eerste of tweede loopsheid te doen. De kans dat uw hond melkkliertumoren krijgt op latere leeftijd is dan namelijk heel klein. Ook voorkomt u dat de teef baarmoederontsteking kan krijgen en vermindert u de kans op suikerziekte.

De nadelen van steriliseren zijn dat er op latere leeftijd incontinentie kan optreden. Deze kans is ongeveer 5%. Daarnaast kan een dominante teef iets dominanter worden en kan de vacht met name bij langharige rassen, iets veranderen. Ook kan de teef in gewicht toenemen, maar dat kunt u zelf goed onder controle houden door haar regelmatig te wegen en de voeding aan te passen.

Castratie van de reu

Een castratie van de reu houdt in dat de beide testikels worden verwijderd, waardoor zowel de zaad- als de hormoonproductie (van het mannelijke geslachtshormoon) verdwijnen. Bij onder andere de volgende problemen kan castratie een oplossing brengen:

  • de reu loopt telkens weg als er een loopse teef in de buurt is

  • de reu reageert erg fel op andere honden

  • de reu plast in huis

  • bij ongewenst seksueel gedrag zoals het zogenaamde oprijden

  • bij een hardnekkige voorhuidontsteking

  • bij prostaatproblemen.

Bij alle hierboven genoemde redenen moet vermeld worden dat castratie niet altijd een garantie geeft dat het genoemde probleem minder zal worden.

De castratie kan vanaf een leeftijd van 6 maanden worden uitgevoerd. De reu zal huiselijker worden en kan de neiging hebben om dikker te worden, wat met aangepaste voeding meestal goed te corrigeren is.

Bij angstige honden wordt een castratie echter meestal afgeraden, aangezien deze soms na een castratie nog angstiger kunnen worden.

Sterilisatie van de kat

Krolsheid, de periode waarin de poes vruchtbaar is, kan voor het eerst optreden op een leeftijd van 3 maanden. Normaliter begint de krolsheid vroeg in het voorjaar en kan zelfs nog in het najaar optreden. De krolsheid kan na 2 tot 3 weken weer optreden en duurt meestal minimaal 1 week. Als de poes tijdens de krolsheid gedekt wordt, gaat deze over en zullen er na ongeveer 63 dagen kittens worden geboren.

De verschijnselen van de krolsheid kunnen erg uiteen lopen en per poes qua intensiteit en aard sterk verschillen. De poes kan extra aanhalig zijn, vaak over de grond rollen, frequent miauwen of zelfs krijsen. Ze zal naar buiten willen om een kater te zoeken, maar ook katers zullen proberen bij de poes te komen. Bij het aaien over het kruis zal ze het achterwerk omhoog brengen en de staart recht overeind zetten.

De sterilisatie is een buikoperatie waarbij de eierstokken en eventueel de baarmoeder verwijderd worden. Dit heeft tot gevolg dat de poes niet meer krols wordt. Als de ingreep plaatsvindt rond de 1e of 2e krolsheid – dus op jonge leeftijd -, dan verkleint dit de kans op het ontstaan van melkkliertumoren op latere leeftijd. Het is een fabeltje dat het voor de poes beter is om eerst een nestje te krijgen voordat ze gesteriliseerd wordt.

Het is wettelijk verplicht om katten die van eigenaar veranderen te steriliseren. Meestal gebeurt dit op een leeftijd van 12 weken. Mijn advies is echter om de ingreep indien mogelijk, pas vanaf de leeftijd van 6 maanden uit te voeren. Als de poes net jongen heeft, dan is het beter te wachten tot ongeveer 6 weken na de geboorte. Bedenk echter wel dat de poes in die periode krols kan worden en dus vruchtbaar kan zijn.

Er is een mogelijkheid dat de poes na de operatie slomer en dikker wordt; controleer daarom regelmatig haar gewicht en pas zo nodig de voeding aan.

Castratie van de kater

De kater heeft onder invloed van hormonen de neiging om duidelijk katergedrag te vertonen. Dit katergedrag uit zich in veel op pad gaan en door vechten met andere katten het territorium te verdedigen. Dit kan vechtabcessen en verwondingen geven.

Door de hormonen kan het uiterlijk van de kater ook veranderen, namelijk een dikke nek en een brede katerkop. Het meest bekende van katers is echter dat ze gaan sproeien: het met urine afbakenen van hun territorium zowel buitenshuis als binnen in huis.

Bij de castratie worden beide testikels weggehaald, zodat zaad- en hormoonproductie worden gestopt. Echter, tot 3 weken na de castratie is een kater nog vruchtbaar en kan hij dus bij een dekking nog een poes bevruchten. Dit heeft te maken met de zaadopslag van de kater.

Het is wettelijk verplicht om katers die van eigenaar veranderen te castreren, de zogenaamde vroegcastratie. Mijn advies is echter om de ingreep indien mogelijk, pas vanaf de leeftijd van 6 maanden uit te voeren. Wanneer de kater echter al vroeger begint te sproeien, is het aangeraden om hem zo snel mogelijk te castreren.

Een nadeel van castratie is de kans op dik worden en het ontstaan van een hangbuik. Het advies is dan ook om na de castratie het gewicht van de kater in de gaten te houden en de voeding zo nodig aan te passen.

Fokkerijbegeleiding

Complete begeleiding van zowel de teef als de reu.

Progesteronwaarde bepalen

Voordat er een dekking of inseminatie plaatsvindt, moet het optimale tijdstip via een progesteronwaarde bepaald worden. De progesteronwaarde in het bloed wordt bepaald in het laboratorium. Indien het bloed voor 10u00 afgenomen kan worden, is de uitslag rond 17u bekend; indien het bloed later op de dag wordt afgenomen is de uitslag rond 23u bekend.

Inseminatie

Als een teef gedekt moet worden en de reu is niet beschikbaar, of de natuurlijke dekking loopt niet volgens plan, dan kan er een kunstmatige inseminatie worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen als de reu in het buitenland woont. Het sperma kan vers (gekoeld) of  ingevroren bij mij worden aangeleverd.

Natuurlijke bevalling

Waar kan u voor de bevalling op letten? De lichaamstemperatuur van de teef is vaak lager dan normaal vanaf +/- dag 56. Omdat deze nogal eens kan schommelen, is het verstandig de temperatuur iedere dag op een vast tijdstip op te nemen en te documenteren. De normale lichaamstemperatuur voor een hond ligt tussen de 38 en 39˚C. 12-24u voor de bevalling daalt deze temperatuur vaak beneden 37˚C. Andere tekenen dat de bevalling nadert zijn:

  • Zwelling van de melkklierpakketten

  • Trekken van de melk

  • Onrust, nest bouwen, graven, krabben

Deze verschijnselen zijn doorgaans minder betrouwbaar dan het bewaken van de lichaamstemperatuur, aangezien ze ook enkele dagen voor de geboorte en bij schijndracht kunnen voorkomen.

Enkele dagen voor de geboorte kan er heldere, slijmerige uitvloeiing waargenomen worden, de zogenaamde ‘slijmprop’ afkomstig van de baarmoederhals. Dit is niet alarmerend. Op de dag van de bevalling heeft de teef vaak een verminderde eetlust en plast en defeceert ze vaker. Tevens kan ze braken en zie je vaak een verhoogde ademhaling.

Waar moet ik tijdens de bevalling op letten?

De natuurlijke bevalling bestaat uit twee fasen: de ontsluitingsfase en de uitdrijvingsfase. De ontsluitingsfase duurt gemiddeld 12 uur en is uitwendig niet te zien. Tijdens de uitdrijvingsfase kan de teef verschillende houdingen aannemen. Naast liggend op de buik of op de zij, is bijvoorbeeld al lopend werpen, niet afwijkend.

De geboorte van de eerste pup duurt gemiddeld 45 minuten. Bij teven die voor het eerst werpen kan dit nog wel eens langer duren, doordat de bekkenpassage langzamer verloopt. Ook kunnen zij onrustiger gedrag vertonen ten op zichte van teven die vaker geworpen hebben. Deze teven lopen dan nerveus heen en weer, niet goed wetend wat te doen. Dit verdwijnt doorgaans na de geboorte van de eerste pups.

De tussenpuptijd (de tijd die ligt tussen de geboorte van twee opeenvolgende pups) bedraagt gemiddeld 45 min, maar er is grote variatie mogelijk. Indien de teef 1,5 uur na de geboorte van de vorige pup nog steeds rustig haar pups verzorgt, is er nog geen reden tot ingrijpen. Vooral de geboorte van de laatste pup laat soms lang op zich wachten. Wanneer de teef echter krachtig en frequent perst zonder vordering of gedurende langere tijd zwak perst, is het aangeraden om deskundige hulp (de dierenarts) erbij te halen.

Kortsnuitige rassen hebben soms moeite om de navelstreng door te bijten. U kunt hierbij helpen door de navelstreng op 1 cm van de buik met duim en wijsvinger kort te kneuzen en vervolgens uit elkaar te trekken met uw nagels.

Na de geboorte van alle pups, dienen ook alle placenta’s eruit te zijn gekomen. Controleer dit door de placenta’s te tellen.

Wanneer bel ik de dierenarts?

U moet mij bellen indien:

  • De teef al 30 minuten krachtig en frequent perst zonder vordering

  • De teef al 1-2 uur zwak perst zonder vordering

  • De teef na de geboorte van een pup al 2-3 uur niet geperst heeft

  • De teef een zieke indruk maakt (bijvoorbeeld weeënzwakte)

  • Er een vieze afwijkende uitvloeiing wordt gezien

Keizersnede

Een keizersnede is een manier van bevallen waarbij de pups middels een operatie via de buikwand worden verlost. Deze manier wordt gekozen wanneer een natuurlijke bevalling niet mogelijk is. Een aantal redenen hiervoor kunnen zijn:

  • Een afwijkende bekkenvorm in combinatie met relatief rondkoppige pups bij kortsnuitige rassen zoals o.a. de Franse en Engelse buldog

  • De eerste worp bij teven ouder dan 5 of 6 jaar

  • Kleine nesten met relatief grote pups

  • Abnormale ligging van de pups

  • Te lange drachtduur

  • Weeënzwakte

  • Complicaties bij de bevalling

Het tijdstip waarop de keizersnede plaatsvindt is zeer belangrijk; niet alleen de pups, maar ook de teef moet er klaar voor zijn. Een te vroeg uitgevoerde keizersnede kan resulteren in niet levensvatbare pups. Maar ook het risico op placentabloedingen, het vertraagd samentrekken van de baarmoeder en het onvoldoende aanmaken van melk, neemt toe.

Om het juiste tijdstip te bepalen, kan er gekeken worden naar:

  • De dekdata

  • Daling van de lichaamstemperatuur

  • Progesteronconcentratie (deze dient beneden 2 ng/ml te zijn)

Gebitsreiniging bij gezelschapsdieren

Tandplak & tandsteen verwijderen en slechte tanden/kiezen trekken.



Gebitsproblemen bij honden en katten

Uit onderzoek is gebleken dat 80% van de honden ouder dan 3 jaar gebitsproblemen heeft, terwijl slecht een ruime 20% van de hondenbezitters dit aangeeft. Naast trauma (het afbreken van tanden) veroorzaken tandplak en tandsteen veel gebitsproblemen bij gezelschapsdieren. Met name katten en kleine hondenrassen zoals de Yorkshire Terriër, Cavalier King Charles Spaniël of de Chihuahua hebben hier zeer vaak en zeer snel last van.

Een eigenaar heeft beginnende problemen met tandplak vaak niet in de gaten, maar gevorderde tandplak en tandsteen kunnen leiden tot pijn aan het gebit, stinken uit de bek en uiteindelijk ook tot verlies van tanden en kiezen en ontstekingen elders in het lichaam, zoals een ontsteking van de hartklep (endocarditis) of afwijkingen aan de nieren.

Tandplak en tandsteen kunnen voorkomen worden door een goede gebitsverzorging en door het geven van goede voeding en eventueel kauwproducten. Regelmatig moet er echter door de dierenarts ingegrepen worden en moeten de tanden en kiezen mechanisch gereinigd worden.

Tandenpoetsen bij de hond om gebitsproblemen te voorkomen

Het risico van tandplak en tandsteen

Tandplak ontstaat door groei van bacteriën in voedselresten die op het gebit achterblijven. Onder invloed van speeksel kan tandplak mineraliseren en vormt dan tandsteen. Tandsteen kan irritatie geven aan het tandvlees. Door de irritatie van het tandvlees en ophoping van bacteriën ontstaan er ontstekingen in het tandvlees (gingivitis).

Deze ontstekingen kunnen zich uitbreiden onder het tandvlees naar de gebitsondersteunende weefsels (paradontitis). Hierbij gaat de spleet tussen de tand en het tandvlees (sulcus gingivalis) verloren. Het tandvlees zal zich gaan terugtrekken en het alveolaire bot (bot waarin de tand zit) en de parodontale ligamenten (ophangbandjes van de tand) zullen kapot gaan. Hierdoor komt de tand of kies los te zitten. Bovendien kunnen de bacteriën van het tandplak bij een ontsteking van het tandvlees via de bloedbaan naar bijvoorbeeld het hart en de nieren gaan. De bacteriën van het gebit kunnen hierdoor een ontsteking van de hartklep (endocarditis) of afwijkingen in de nieren veroorzaken.

Gebit van een hond hond met tandplak en tandsteen

Hoe herkent u gebitsproblemen bij uw huisdier?

Tandplak en tandsteen kunnen leiden tot verschillende soorten klachten:

  • Beginnend tandplak is met het blote oog nauwelijks zichtbaar, uw dier heeft hier zelf ook geen last van en zal nog geen klachten vertonen.

  • Beginnende tandvleesontsteking (gingivitis) als gevolg van tandsteen en tandplak zal met name een slechte adem veroorzaken.

  • Gevorderde tandsteen en tandplak veroorzaken een geel-bruine aanslag op het oppervlak van de tanden en kiezen. Deze geel-bruine aanslag is goed te herkennen. De slechte adem zal in ernst toenemen.

  • Gevorderde tandvleesontsteking (gingivitis) is te herkennen aan rood tandvlees die bij aanraking snel bloed. Door de ontsteking kan het tandvlees zich terug gaan trekken en komen de wortels bloot te liggen. Deze gevorderde tandvleesontsteking zie je vaak in combinatie met veel tandsteen en zeer slechte adem.

  • Bij ver gevorderde tandvleesontsteking met uitbreiding naar gebitsondersteunende weefsels (paradontitis) zie je gevorderde tandvleesontsteking, veel tandsteen, zeer slechte adem en kunnen kiezen of tanden los gaan zitten. Nu kan u ook opvallen dat uw dier een verminderde eetlust heeft en geen hard voedsel meer wil eten. Ook kan het gedrag van uw dier veranderen en kan hij of zij meer agressief reageren bij aanraken van de kop of bek.

Behandelen en voorkomen van gebitsproblemen

Als uw huisdier eenmaal last heeft van tandsteen en/of beginnende tandvleesontstekingen in de bek, is een gebitsreiniging onder algehele narcose door uw dierenarts nodig. Beginnende ontsteking is omkeerbaar en door een goede gebitsreiniging kan het gebit van uw hond of kat weer herstellen.

Wanneer er sprake is van paradontitis, dan is het reinigen van het gebit onvoldoende en moeten er kiezen en tanden worden getrokken. Om herhaling van de gebitsproblemen te voorkomen, is het belangrijk het gebit na de gebitsreiniging goed schoon te houden, bij voorkeur door het poetsen van de tanden.

Het beste kunt u zo vroeg mogelijk beginnen met het voorkomen van tandplak en tandsteen bij uw huisdier. Door een goede, dagelijkse gebitsverzorging houdt u tanden en tandvlees zo gezond mogelijk. De beste manier om tandplak en tandsteen tegen te gaan is het dagelijks poetsen van de tanden en kiezen. Daarnaast leveren een goede voeding en eventueel gezonde kauwproducten een belangrijke bijdrage aan het gezond houden van het gebit.

Denkt u dat uw hond gebitsproblemen heeft? Of wilt u meer informatie over gebitsverzorging en verzorgingsproducten? Neem dan contact met mij op. Voor meer informatie kunt u altijd bellen of een afspraak maken.

Euthanasie

De moeilijkste beslissing in de relatie met uw huisdier.

Het in laten slapen van een huisdier is voor de meeste eigenaren een ingrijpende en emotionele gebeurtenis. Voordat deze beslissing wordt genomen, is er vaak al een lange weg van wikken en wegen aan vooraf gegaan. Heel belangrijk hierin is de kwaliteit van leven die het dier nog heeft. Dit is echter niet altijd even eenvoudig te bepalen. Veel baasjes vragen mijn mening of het moment van euthanasie inmiddels gekomen is, maar u bent zelf degene die het beste kan beoordelen hoe de situatie is en of het dier nog genoeg kwaliteit van leven heeft. Het kan zeker zinvol zijn om hier met mij over te praten om zo samen de juiste beslissing te nemen.


Als het moment daar is, dan neem ik daar uiteraard alle tijd voor. Het inslapen kan op de praktijk gebeuren, maar kan, indien u dat wenst, ook bij u thuis plaatsvinden. Indien de situatie het toelaat, krijgt uw huisdier intraveneus een overdosis van een slaapmiddel toegediend, waardoor hij/zij op een snelle en rustige manier in slaapt valt. Indien een intraveneuze injectie niet lukt zonder verdoving, krijgt uw huisdier een injectie waarvan de bedoeling is, dat hij of zij na zo’n 5 a 10 minuten in slaap valt. Daarna geven we dan de laatste injectie. Na afloop krijgt u uiteraard alle gelegenheid om afscheid te nemen.

“Best Friends Forever”